People sometimes ask me: “What do your days look like?”. Well, every day is different, but here is what today looked like:
I wake up and have a shower with rainwater I collect, as the water from the tap looks like lentil soup at the moment. Then I have breakfast without coffee, as the electricity went down sometime last night. Not sure when it will be back on. Could be a couple of hours or a couple of days.
I dress in my sophisticated “out-in-the-field” uniform of jeans, t-shirt, sun glasses and rubber boots. Get to the office by 7 am. I am headed to a community far out, so I am in a hurry. But I find our cross bike has a punched tire. So for the next hour I’m busy having it fixed. (Making use, off course, of the many men around in the office). Finally I head off on a 40-minute drive to the community of Mesas Abajo. There I park the cross bike at the house of a farmer. Although I’m running late, there is no way they are going to let me go without coffee (thank you!).
From there I tackle the mountain up to the community of Mesas Arriba – my final destination. A 40-minute steep walk uphill takes me to the house of the Baca-family, where half the group of women is waiting for me. However, I’m not there yet – we need to go way further up the mountain, to join the rest of the group.
It is rainy season still, which means the path is converted in a steady stream of mud. It will never cease to amaze me that the women, dressed in skirts and blouses, carrying a handbag, umbrella and tortillas, manage to soil only the sole of their pink ballerinas. By the time we finally arrive at the summit of the mountain, an hour later, I myself am drenched in sweat, my feet are soaked and the mud comes up to my knees…
By now it is already 11 am. For the next couple of hours I am teaching them how to keep the books in an easy, efficient and understandable way. Meanwhile they stuff me with atol (pudding made of corn), oatmeal and rice with beans. Basically, if they gave me a little push, I would roll down the mountain.
At 3 pm we head back down the same way, walking (sliding in my case) down the mountain, dropping off the women at their houses as we go, making coffee stops. I manage to drive the bike down over the slippery rocky road and through the pools of mud to the main road. By now the only thing I can think of is my shower (rainwater), when the police pulls me over.
Police: “ Where is the plate of your bike”
Me: “Not there. And it is not mine”
Police: “Papers of the bike”
Me: “My colleague has them. Didn’t see her this morning.”
Police: “Drivers license”
Me: “At home. What do you think? If I loose it in the mountains, it would be very difficult for me to have it replaced, being a foreigner.”
Police: ”Are you American?”
Me: “No, I’m Belgian” Blank look from police. “Europe”, I say. Another blank look. “Spain”
Police: “aha, well, we’ll have to confiscate the bike”
Normally, I am completely against bribery and so far I have always argued so vigourously that every policeman let me go, just to get rid of me. Now however, my mobile is down, so I can’t call my boss and I am dirty and tired. So I fish about 4 dollars out of my pocket and tell him to buy himself and his mate a coke. As if by magic, all the law-breaking doesn’t matter anymore and I am free to take off.
Coming home, the rainwater is cool, all the dirt disappears, the electricity is back on, my women are doing great, the walk – though muddy – was stunning as usual and I smile: it was a great day!
Mensen vragen mij soms:”Hoe zien jouw dagen er uit?” Wel, elke dag is verschillend, maar zo zag vandaag er uit:
Ik sta op en douche met regenwater dat ik opvang in emmers omdat het tapwater er momenteel uitziet als bonensoep. Dan ontbijt ik zonder koffie, want de electriciteit is uitgevallen vannacht. Geen idee wanneer die terug aanslaat. Dat kan van een paar uren tot een paar dagen duren.
Ik trek mijn elegante “out-in-the-field” uniform van jeans, t-shirt, zonenbril en rubber laarzen aan. Tegen 7 am ben ik op kantoor. Ik ga naar een verafgelegen gemeenschap vandaag, dus ben ik gehaast. Maar ik ontdek dat onze cross bike platte band heeft. Het eerstvolgende uur ben ik bezig met dat probleempje te verhelpen (uiteraard gebruik makend van de vele heren op kantoor). Eindelijk kan ik vertrekken voor de 40-minuten durende rit naar de gemeenschap van Mesas Abajo. Daar parkeer ik de moto bij een boer. Hoewel ik aan de late kant ben, kom ik niet onder een tas koffie uit (Dankjewel!).
Vandaar gaat het de berg op naar de gemeenschap Mesas Arriba – mijn eindbestemming. Een steile wandeling van 40 minuten brengt me naar het huis van de familie Baca, waar half de groep op mij aan het wachten is. Ik ben er echter nog niet – we moeten nog veel verder de berg op waar de andere helft van de groep wacht.
Het is nog steeds regenseizoen en dat betekent dat het pad omgetoverd is tot een grote modderpoel. Het blijft me verbazen dat de vrouwen, gekleed in rok en blouse, met aan de arm een handtas, paraplu en mand tortillas, erin slagen om enkel de zolen van hun roze ballerinas vuil te maken. Tegen de tijd dat we aan de top van de berg zijn, een uur later, druip het zweet in straaltjes van mij af, zijn mijn voeten doorweekt en hangt de modder tot aan mijn knieen.
Nu is het al 11 am. In de volgende uren leer ik hen een gemakkelijke, efficiente en verstaanbare manier om de boeken bij te houden aan. Ondertussen proppen de dames mij vol met atol (een pudding op basis van mais), havermoutpap en rijst met bonen. Indien ze me een zetje zouden geven, zou ik zo van de berg afrollen.
Rond 3 pm gaan we de dezelfde weg terug, wandelend (in mijn geval glijdend) naar beneden, onderweg de vrouwen thuis afzettend en koffiepauzes houdend. Ik slaag erin om met mijn moto heelhuids over de slipperige rotsweg en door de modderpoelen op de hoofdweg te geraken. Het enige waar ik nu nog aan kan denken is een douche (van regenwater). Maar dan doet de politie mij stoppen.
Politie: “ Waar is de nummerplaat van je moto?”
Ik: “Heeft ie niet. En de moto is niet van mij”
Politie: “Papieren van de moto?”
Ik: “Heeft mijn college en ik heb haar niet gezien vanochtend.”
Politie: “Rijbewijs?”
Ik: “Thuis, uiteraard. Wat als die kwijtspeel in de bergen? Voor mij als buitenlandse zou het heel moeilijk zijn om dat te vervangen.”
Politie: ”Ben je Amerikaanse?”
Ik: “Nee, Belgische” lege blik van de politie. “Europa”, probeer ik. Nog een lege blik. “Spanje”
Politie: “aha, wel, we zullen de moto moeten confisceren”
Normaal gezien ben ik volledig tegen omkoping en tot nu toe heb ik altijd zo volhardend gediscuteerd dat elke politieman mij heeft laten gaan, gewoon om van mij af te zijn. Nu echter is mijn GSM plat waardoor ik mijn baas niet kan bellen en ben ik vuil en moe. Dus ik vis zo’n 4 dollar uit mijn achterzak en zeg hem wat frisdrank voor hem en zijn maat te kopen. Als bij toverslag doen al de overtredingen er niet meer toe en ben ik vrij om te gaan.
Thuisgekomen is het regenwater lekker koel, verdwijnt al het vuil, heb ik terug electriciteit, bedenk ik dat mijn vrouwen het goed doen en dat de wandeling – ondanks de modder – weer even prachtig was als altijd: het was een fantastische dag!